Artistieke honger zorgt voor ludieke wasstraat

Een wasstraat met een bijzonder tintje. Dat is de drive thru ‘Spoedeisende Honger’ in het oude gebouw van de Eindhovense ambulancedienst. In 30 minuten wordt de auto gepoetst, is er muzikaal entertainment en wordt de buik gevuld.

Ook al is de wasstraat in het oude gebouw van de ambulancedienst, zijn de initiatiefnemers geen hulpverleners. Het zijn mensen die naar eigen zeggen simpelweg niet meer stil konden zitten. “We doen dit omdat we artistieke honger hebben. Wij willen wat leuks laten horen en positieve energie aan mensen overdragen,” vertelt een van de initiatiefnemers Piet Bergman.

De initiatiefnemers maken er dan ook graag een feestje van. Bij binnenkomst krijgt de bezoeker van de wasstraat een dienblad met eten. Terwijl de auto gewassen wordt, kan de chauffeur genieten van de muziek van de DJ en een maaltijd nuttigen.

De drive thru is tot en met 7 maart open. Entree is 19,95 euro. De organisatie werkt met tijdsloten van 30 minuten. Aanmelden kan via www.deambulancedienst.nl. Een deel van de omzet geven de initiatiefnemers aan ‘t Rozenknopje, de Bommel, La Folie en café Wilhelmina.

Franse namen voor nieuwbouwplan Nieuw Bergen in Eindhoven

Indigo, Violet, Bleu, Orange, Jaune, Rouge en Vert, die Franse kleuren zijn de namen van de zeven gebouwen in het plan Nieuw Bergen aan de Deken Van Somerenstraat in Eindhoven. Gebiedsontwikkelaar SDK Vastgoed denkt in het eerste kwartaal van 2021 te kunnen starten met de verkoop van ongeveer 70 koopwoningen in het project.

Een belegger voor de vrijesectorwoningen en een corporatie die de sociale huurwoningen gaat afnemen zijn nog niet gecontracteerd. Daarover lopen nog de gesprekken, zegt Joep van Eijkeren van SDK Vastgoed. De gebiedsontwikkelaar is nu bezig met het definitieve ontwerp met architectenbureau MVRDV uit Rotterdam (van onder anderen Winy Maas). Ook is de vernieuwde projectsite nieuwbergen.com online gegaan.

In juli 2017 won SDK Vastgoed/MVRDV de tender van de gemeente Eindhoven om het plan te ontwikkelen. Het maken van dit plan, met onder meer veel aandacht voor de buurt, kostte veel tijd, aldus Van Eijkeren. De gemeenteraad heeft inmiddels het bestemmingsplan vastgesteld, aan een bouwvergunning wordt gewerkt. Als dat goed gaat, verwacht SDK Vastgoed eind 2021 te kunnen beginnen met de bouw die dan eind 2024 klaar moet zijn.

Het plan behelst onder meer een nieuwe woontoren Indigo aan de Edenstraat en nieuwbouw en verbouwing van de oude gebouwen aan de Deken van Somerenstraat en de Grote Berg. In totaal is er plaats voor 220 woningen en vijf commerciële ruimtes. ,,Bijzonder is de inclusiviteit, van sociale huur, vrijesectorhuur tot koopappartementen en enkele exclusieve penthouses met een dakterras”, aldus Van Eijkeren.

Opvallend zijn de schuine daken onder een hoek van 45 graden, op het noorden met groen, op het zuiden met zonnepanelen. In totaal is er plaats in plan Nieuw Bergen voor 3200 vierkante meter nieuw groen naar een plan van landschapsarchitect MTD, aldus Van Eijkeren. De schuine daken zorgen ook voor meer licht, zowel in de woningen als tussen de zeven gebouwen. ,,Dat licht is de rode draad in het project. Als licht breekt op een prisma krijg je zeven basiskleuren. Die kleuren – in het Frans voor de allure – geven de gebouwen hun naam.”

Artikel uit het ED van 16 mei 2020

Discussie over 160 meter hoge woontorens in Eindhoven volgt later

De hoogte van 160 meter voor woontorens aan het Stadhuisplein in Eindhoven komt later nog ter discussie, als voor dat gebied een aparte visie wordt opgesteld. Het ontwerp en de kwaliteit van de omgeving zijn belangrijker. Dat zei wethouder Yasin Torunoglu gisteravond in de Eindhovense gemeenteraad.

Die behandelde drie grote nota’s over woningbouw. Eind dit jaar volgen de definitieve voorstellen. Zoals voor de Verdichtingsvisie die op acht locaties in de binnenstad woontorens tot 160 meter (op het Stadhuisplein) mogelijk maakt. Maar wel onder voorwaarde dat er voldoende groen bijkomt, terwijl de binnenstad autoluw gemaakt wordt, zoals het Ontwikkelperspectief voorschrijft. Volgens het Woonprogramma moeten er in het centrum voldoende middeldure huur- en goedkope koopwoningen én 20 procent sociale woningbouw gebouwd worden. Voor de hele stad geldt zelfs een percentage van 30 procent sociale huur.

Torunoglu kreeg vooral weerwoord van twee kritische coalitiepartijen. Het CDA stelde de 160 meter hoge gebouwen (XXL) in het gebied rond het Stadhuis aan de kaak. ,,Dat wijkt veel te veel af van de bestaande bebouwing en dient geen enkel doel”, aldus Rob Gordon. Verder eiste het CDA-raadslid met VVD-collega Tom Meijlink dat er geen grote bouwplannen uitgevoerd worden voordat de randvoorwaarden zoals de bereikbaarheid en de vergroening gerealiseerd zijn.

Die zorgen probeerde wethouder Monique List (VVD) weg te nemen door te stellen dat de bouw van duizenden woningen alleen maar hand in hand kan gaan met maatregelen om de bereikbaarheid van de binnenstad te handhaven. ,,Al moet ik ook zeggen dat er geen ruimte is om straks iedereen die in de binnenstad gaat wonen ook een parkeerplaats voor de auto te geven.”

Zij wees op plannen voor ongelijkvloerse kruisingen op de Ring en de vergroting van het station, maar ook op onderzoek naar nieuw asfalt ten noordoosten van de stad. Het woord viel niet, maar daarmee bedoelt ze een vorm van de Ruit die verkeer om de stad heen moet leiden. Volgens Meijlink kan de binnenstad niet ontzien worden zonder die omleiding.

De twee coalitiegenoten vroegen bovendien meer aandacht voor middeldure huur- en koopwoningen. Het CDA wil het percentage sociale woningbouw in de hele stad verlagen naar 25 procent, terwijl de VVD zelfs niet verder wil gaan dan 20 procent sociale woningbouw. ,,Dat is de afspraak uit het coalitieakkoord”, aldus Meijlink.

Wethouder Torunoglu benadrukte dat het ging om een ‘stip op de horizon’ die nodig is om de stad betaalbaar te houden voor grote groepen woningzoekenden. ,,Maar afspraak is afspraak”, voegde Meijlink daar nog aan toe.

Wethouder Rik Thijs (GroenLinks) tenslotte komt volgend jaar met een groenplan voor de binnenstad. Daarmee stelde hij vooral raadsleden gerust, zoals Bart Habraken van zijn eigen partij, die vrezen dat het centrum het met wat pleintjes en vooral met groen op daken en aan gevels moet doen. ,,Nee, we gaan niet allemaal postzegels groen inrichten maar zorgen voor één groen raamwerk”, aldus Thijs.

Verschillende partijen maakten zich ook zorgen over de kwaliteit van ‘betaalbare woningen’ die op de dure locaties in de binnenstad gebouwd kunnen worden. “Sociale huurwoningen in de binnenstad, dat mogen geen hutjes van een paar vierkante meter worden. Dat kun je mensen niet aandoen”, aldus Geert Geerts (Leefbaar Eindhoven).

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 30 september 2020

Voor of tegen hoogbouw in Eindhoven? Ook een kwestie van geloof

Dinsdag is de inspraakavond van de gemeenteraad Eindhoven over de Verdichtingsvisie voor de binnenstad. Twee groeperingen komen hier alvast aan het woord: de erfgoedstichtingen die zich zeer kritisch uitlieten over hoogbouw en EHV XL dat juist groot voorstander is van meer, hogere gebouwen.

Om te beginnen moet gezegd worden dat de Henri van Abbestichting en de stichting Wederopbouw Eindhoven niet tegen elke hoogbouw zijn. Mits op de goed plek, met respect voor de cultuurhistorie en voorzien van het nodige groen. Op verschillende plekken levert dat geen probleem op, zoals op het Stationsplein, bij de voormalige V&D aan de Rechtstraat of aan de binnenring; ,,Wij zien daar ook wel mogelijkheden om landmarks op te richten, vooral ook omdat er al een en ander staat, zoals de Regent en de Admirant”, zegt Hans van Voorene van de Van Abbestichting.

Maar de ideeën voor het Stadhuisplein gaan de twee erfgoedwaakhonden echt veel te ver. De mogelijkheid om daar torens tot 160 meter hoogte te bouwen doet afbreuk aan de cultuurhistorische waarde van bijvoorbeeld het Stadhuis, zegt bestuurslid Wim Holdrinet van de Wederopbouwstichting. ,,Het Stadhuis wordt dan wel niet gesloopt, maar als je dat wederopbouwpand omringt door extreem afwijkende panden, verliest het ook zijn waarde, dan behandel je het niet met respect.”

Het plan voor het plein noemt de organisatie in een brief aan de gemeenteraad ‘een vergissing’ in de orde van grootte van het Cityplan van Van den Broek en Bakema uit de jaren 70 waarvoor onder andere het oude gemeentehuis aan de Rechtestraat gesloopt werd. ,,Natuurlijk, veel mensen vinden het een lelijk plein, met een eenzijdige kantoorfunctie van de gebouwen, waardoor het nooit leuk wordt. Maar wij bekijken het vanuit de kwaliteiten van de wederopbouw, de ruimte. En de problemen zij ook anders op te lossen, bijvoorbeeld met woontorens tot maximaal 75 meter, in zekere harmonie met de rest van het plein”, aldus Holdrinet. De stichting pleit dan ook voor een betere bescherming van de huidige bebouwing via een nieuw bestemmingsplan.

De oplossing van supervisor binnenstad Winy Maas is om op een Eindhovense laag van vier tot zes verdiepingen de torens te bouwen, waardoor die beter aansluiten bij de omgeving. Maar ook dat stuit op verzet. ,,Tenminste als de torens zo extreem zijn, met van die spektakelarchitectuur er bovenop. Dan zijn de verschillen veel te groot, alsof ze van verschillende planeten zijn, dan dreigt het Stadhuisplein zijn unieke monumentale karakter te verliezen.”

De Van Abbestichting gaat minder ver in zijn kritiek op de ontwikkelingen op het Stadhuisplein, maar is ook niet voor de torens van 160 meter. Wel tevreden is Van Voorene met de erfgoedparagraaf uit de verdichtingsvisie: ,,Daar staat toch echt dat erfgoed bewaard moet worden, zodat de historie van de stad afleesbaar blijft”, aldus Van Voorene. ,,Maar in het stuk ontbreken de instrumenten om de bestaande erfgoedgebouwen te bewaren. Het is makkelijk om ambities aan het papier toe te vertrouwen, maar je moet er wel iets aan doen. Misschien moet je daar ook Brainportgeld voor gebruiken.”

Ook willen de stichtingen dat de gemeente snel gaat investeren in grote infrastructurele werken om de binnenstad autoluw én groen te maken. ,,Want uit het Ontwikkelperspectief Centrum blijkt dat de binnenstad al die woningbouw nu niet aankan. Nu alleen focussen op bouwen, bouwen, bouwen is te weinig. Het college moet snel in groen en infrastructuur investeren, anders gaat dat niet goed. Daar hebben we grote zorgen over”, aldus Van Voorene.

En als laatste: hoogbouw is duur en moeilijk, nieuwbouw buiten de Ring ligt meer voor de hand, het is een bekend kritiekpunt. Wethouder Yasin Torunoglu heeft gezegd dat daar zeker aandacht voor is, bijvoorbeeld in gebiedsvisies die hij laat schrijven. ,,Maar dan moet je daar ook beleid op maken. Nu worden nog te veel kansen gemist, bijvoorbeeld op het terrein van de Tivolikerk aan de Heezerweg en de Vijf van Vorst aan de Dr. Cuyperslaan. Daar komen vooral eengezinswoningen, terwijl er veel meer mogelijk was geweest.”

160 meter hoeft voor EHV XL, voorstanders van hoogbouw in Eindhoven, geen maximum te zijn. ,,Laat die grens los, stel geen maximum, laat een ontwikkelaar en architect de vrijheid om een plan te maken en kijk waar ze uitkomen, qua ontwerp en volume. Misschien volstaat 120 meter, maar 220 meter kan ook. Why not? Als het plan maar goed is.” Dat zegt Sebastian Bakker van EHV XL in reactie op de Verdichtingsvisie over hoogbouw in de Eindhovense binnenstad.

EHV XL vindt hoogbouw ‘noodzakelijk’ om voldoende woningen voor de toekomst te kunnen bouwen. Maar het kan ook een verrijking zijn voor de stad, mits goed ingepast, met voldoende groen en met betaalbare woningen. Dan kan een maximum van 75 meter (L in de visie) ook een ontwikkeling in de weg staan.

De groep gelooft dat hoogbouw en leefbaarheid wel degelijk goed samen kunnen gaan. ,,Wij zijn daar niet pessimistisch over, zoals de tegenstanders van hoogbouw. Het kan ook leefbaar zij, kijk naar de toren van Space-S op Strijp-S. Daar waren de toekomstige huurders van het begin bij betrokken, ze hebben er een gemeenschap gevormd die ik in mijn flat van vijf lagen niet zie. In ieder geval staan wij open voor hoogbouw”, aldus Rutger Rauws van EHV XL. Maar dan moet in het beleid van de gemeente wel gewaarborgd worden dat de plinten leefbaar zijn, het groen onderhouden wordt, bijvoorbeeld.

En waar de erfgoedstichtingen de plannen voor het Stadhuisplein veel te ver vinden gaan, zijn de heren van EHV XL juist tevreden over deze hoogbouwtorens. ,,Daar verschillen we wezenlijk van inzicht. Het Stadshuisplein is de enige plek, naast het Stationsplein, waar 160 meter is toegestaan. En laten we wel wezen, wat er nu staat, daar ga je geen ansichtkaart van kopen. Hoe hoog het wordt, is minder interessant dan wat er gaat komen. Het contrast tussen de Eindhovense laag (vier tot zes verdiepingen – red) en de woontoren er bovenop vinden wij juist een versterking van het plein. Wij zeggen ook niet ‘sloop alles maar’, dat gebeurt ook niet. Deze plannen zijn niet te vergelijken met het Cityplan van Broek en Bakema uit de jaren zeventig.” Dat contrast past juist bij Eindhoven, zeggen Bakker en Rauws. ,,Kijk naar de glazen toren Hartje Eindhoven naast Philipsdorp. Zo’n nieuw icoon naast de laagbouw, dat versterkt juist de identiteit van de stad.”

De groep waarin voorstanders van hoogbouw zijn verenigd, wil graag ‘het andere geluid’ laten horen, zegt Rauws. ,,Vaak wordt de discussie gevoerd vanuit het gevoel. Lees het stuk, er worden bijvoorbeeld strakke normen gesteld voor overlast door wind. Maar dat is gewoon een associatie die veel mensen hebben bij hoogbouw door de fouten uit het verleden”, aldus Bakker.

“We hebben niks tegen de erfgoedstichtingen, maar er zijn ook andere meningen”, vult Rauws aan. ,,Net zoals we naast de omwonenden, bijvoorbeeld van het Stadhuis, ook de toekomstige bewoners van de stad aan het woord zouden moeten laten, de middelbare scholieren bijvoorbeeld. Want de huidige bewoners zijn over een aantal jaar weg en dan moeten de jongeren juist een huis hebben”, aldus Bakker. ,,Veel jongeren willen juist graag in de stad wonen, in hoogbouw. Dat gaat tot een omslag leiden van rijtjeshuizen naar gestapelde woningen. Nu is dat slechts 20 procent van het totaal. Langzaamaan zullen we groeien naar het Europese gemiddelde van 46 procent”, denkt Rauws.

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 22 september 2020

Ook hoogbouw bij hotel Pullman Eindhoven Cocagne; eigenaar en hotel maken plannen

Niet de Hema aan de Rechtestraat, maar de hoek Vestdijk/Kanaalstraat, de locatie van hotel Pullman Eindhoven Cocagne, is het achtste hoogbouwgebied in de Eindhovense binnenstad. Eigenaar Ed Hollander maakt met het Pullman en een ontwikkelaar een plan om de hoek naar eigen zeggen vooral mooier te maken. Dat kan nu tot een hoogte van 105 meter.

In de Verdichtingsvisie van de gemeente Eindhoven voor de binnenstad zijn zogenaamde focusgebieden voor woningbouw aangewezen. Het gaat om de locaties Stadhuisplein (tot 160 meter oftewel XXL), VDMA, Heuvel, Schellensterrein allen aan de Vestdijk, oude V&D Rechtestraat (alle vier tot 105 meter, XL), Nieuw Bergen aan de Deken van Somerenstraat (tot 75 meter, is L) en het binnenterrein van de Demer (tot 45 meter, M).

Door een misverstand was in het lijstje ook de Hema genoemd. Daar is overigens op nadrukkelijke wens van de gemeente en supervisor Winy Maas wel een plan voor een woongebouw achter en op de winkel in de maak, zo heeft de ontwikkelaar laten weten. Maar die vindt het nog te vroeg om daar al meer over te vertellen.

Maar de achtste locatie is dus hotel Cocagne, zo blijkt uit het officiële kaartje uit de Verdichtingsvisie. Eigenaar Hollander die als investeerder optreedt, vertelt dat er al eerste gesprekken geweest zijn vóórdat hij het gebouw kocht, begin dit jaar. ,,Nu ontwikkelen we met een ontwikkelaar en het hotel een visie voor de hoek. Want het hotel is een prachtgebouw maar zeker aan de voorkant moet er nog wel wat gebeuren om aan te sluiten bij de mooie boulevard die de Vestdijk is geworden. En achter het hotel hebben we ruimte om bij te bouwen. Maar het moet wel passen. We willen niet zomaar groot en hoog bouwen.”

,,Maar het gaat nog wel een tijd duren. Aan ons zal het niet liggen, maar we moeten nog wel een visie maken. En we zijn immers afhankelijk van de gemeente en de omgeving, al wonen er geen mensen achter het hotel”, aldus Hollander.

Focusgebieden zijn locaties waar al plannen voor in de maak zijn of waar zich volgens de Verdichtingsvisie ‘kansen voordoen om de binnenstad een kwalitatieve impuls te geven’. Ook aan de hele binnenring wil het college hoogbouw toestaan tot 105 meter. Met uitzondering van de Hertogstraat en de PC Hooftlaan. Daar is maximaal 45 meter toegestaan. Dat doet volgens wethouder Yasin Torunoglu geen afbreuk aan het historisch stratenpatroon omdat hier de afgelopen eeuw al meer ingrepen hebben plaatsgevonden, zoals de Lichttoren en het Hooghuis.

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 4 september 2020

Onderzoek toont aan: autoluwe binnenstad voorwaarde voor hoogbouw Eindhoven

Download hier het Concept Verdichtingsvisie Binnenstad

Binnen de Ring in Eindhoven is plaats voor maximaal 21.000 woningen. Maar voorwaarde is wel dat het gebied autoluw wordt, zonder doorgaand verkeer. Anders loopt het verkeer in de stad helemaal vast, de hele dag. Ook meer groen en water zijn nodig om de leefbaarheid van een hoogbouwcentrum te garanderen.

Eindhoven kan volgens berekeningen in het Ontwikkelperspectief Centrum maximaal 3700 woningen bouwen in de binnenstad en nog eens 6500 rond de Fellenoord en het station. Binnen de Ring is nog plaats voor de overige 11.000. En buiten die rondweg moet dan de rest van de totale opgave van 40.000 woningen tot 2040 gebouwd worden.

Het stuk is met de Verdichtingsvisie voor de binnenstad dinsdag gepresenteerd aan de gemeenteraad. Het ontwikkelperspectief geeft aan wat er allemaal moet gebeuren om de ambitie uit de visie waar te maken. Onderzoeker Peter van Wijmen benadrukte dat vergroening, klimaatbestendig bouwen (denk aan de zomerse hitte en de hoosbuien), duurzaamheid en bereikbaarheid essentieel zijn om een gezonde, leefbare stad te kunnen maken. Zonder meer groen en water en een halt aan de auto, lukt dat zeker niet, was zijn stelling.

In het stuk is de opgave voor Eindhoven in drie fasen opgeknipt. De eerste 7000 woningen zijn te realiseren door op korte termijn voor de hand liggende maatregelen te treffen. Bij de volgende 7000 moet er al een flink tandje bijgezet worden. Om aan de 21.000 in totaal te komen moet er op lange termijn echt fors ingegrepen worden. In die laatste fase zou bijvoorbeeld de zone rond het Eindhovensch Kanaal vergroend kunnen worden, zodat ook daar plaats voor woningbouw komt.

In ieder geval moet Eindhoven zich meer richten op fietsers, voetgangers en openbaar vervoer; wie in de binnenstad moet zijn, moet steeds vaker de auto laten staan, mobiliteitstransitie heet dat. Verkeer moet steeds meer over de Ring en later over de Randweg buiten de stad geleid worden. Daarvoor moet de doorstroming op de Ring verbeterd worden door slimme verkeerslichten, eenvoudigere of minder kruisingen, ongelijkvloerse HOV-lijnen. Uiteindelijk moet het noordoosten van de rondweg, bij de Berenkuil, Insulindelaan en Kennedylaan drastisch aangepakt worden om verkeer weg te houden uit de stad. Alleen op die manier blijft de binnenstad bereikbaar voor bestemmingsverkeer, is het oordeel van de onderzoekers. Zodat er ruimte is voor nieuwbouw.

Vergroening, verduurzaming en opvangen van klimaatverandering kan volgens het onderzoek door de beekdalen van de Dommel en de Gender te verbreden en meer groen te planten in de binnenstad. Ook de Keizersgracht/Wal, Fellenoord en de Vonderweg/Mauritsstraat moeten verkeersluw en groen worden. 10 procent minder verharding in totaal is de doelstelling. Ook dat is nodig voor een leefbare stad in combinatie met meer hoogbouw. In de Verdichtingsvisie zijn zes locaties aangewezen waar onder strenge eisen plaats is voor woontorens van 70 tot 160 meter: Vestdijk/VDMA/Heuvel, Hema, voormalige V&D, Schellensfabriek, binnenterrein Demer, Deken van Somerenstraat en Stadhuisplein. De gemeenteraad bespreekt de visie dinsdag 29 september.

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 3 september 2020

Eindhoven wil hoogbouw van hoge kwaliteit

Hoogbouw in de binnenstad van Eindhoven is broodnodig, om voldoende woningen te bouwen, om de winkels, horeca en voorzieningen in het centrum in stand te houden. Maar de gemeente wil wel hoge eisen stellen aan de kwaliteit van de woontorens en hun omgeving. Zo moet er zeker plaats zijn voor betaalbare woningen en veel groen.

Zes plekken in de stad zijn voorzien voor hoge gebouwen van 70 tot ongeveer 160 meter hoogte. Die zijn al eerder bekend geworden. ,,Maar we hebben ook geluisterd naar de stad”, zegt wethouder Yasin Torunoglu. ,,Twee locaties zijn afgevallen. Voor hoogbouw hoger dan 45 meter op het Wilhelminaplein en bij de PC Hooftlaan is geen draagvlak.” Binnen de Ring is zo plaats voor maximaal 21.000 woningen.

De verdichtingsvisie van het college werd dinsdagavond aan de gemeenteraad gepresenteerd. Daarover is al veel gediscussieerd, op deze site, in de krant en op avonden die de gemeente of anderen organiseerden. Met die ‘input’ is de visie tot stand gekomen, aldus de wethouder.

Uitgangspunt is het eerder vastgestelde beleid dat Eindhoven veel meer woningen moet bouwen, ook in de binnenstad. ,,Omdat de vraag naar woningen enorm groot is, terwijl we geen ruimte hebben om een nieuw Meerhoven of nieuw Blixembosch te bouwen. Maar ik wil benadrukken dat we ook alle locaties buiten de Ring waar gebouwd kan worden, nodig zullen hebben om voldoende woningen te bouwen. We gaan ook per stadsdeel kijken waar ruimte is voor verdichting, bijvoorbeeld in Woensel-Noord.”

Maar voor woningen met tuintjes heeft Eindhoven niet veel plaats meer, voegt Torunoglu eraan toe. ,,Daarvoor moeten mensen meer en meer terecht in Veldhoven Zilverackers, Nuenen-West of Brandevoort in Helmond. En ook in de binnenstad willen we zorgen voor gezinsvriendelijke appartementen”, aldus de wethouder

De gebieden waar hoogbouw mogelijk wordt zijn: Vestdijk/VDMA/Heuvel, Hema Rechtestraat, V&D Vrijstraat, Schellensfabriek Vestdijk, binnenterrein Demer, Nieuw Bergen Deken van Somerenstraat en het Stadhuisplein. De hoogtes variëren van 70 tot 150 à 160 meter, maar die moeten wel op een gebouw staan dat aansluit bij de bestaande ‘Eindhovense laag’ van zo’n vier tot zes bouwlagen. Het Stationsplein en de omstreden kop van het Eindhovensch Kanaal vallen buiten deze visie.

Verder stelt het college in de verdichtingsvisie veel eisen aan nieuwbouwplannen in de binnenstad. Ontwikkelaars moeten daar straks aan voldoen. Plannen moeten leiden tot vergroening van het gebied, een levendige begane grond (plint) hebben, aansluiten bij de cultuurhistorie van de stad en van hoge kwaliteit zijn. ,,En we sluiten hoogbouw in bijvoorbeeld De Bergen en aan het historisch stratenpatroon uit, met uitzondering van de binnenring waar al een eeuw lang afwijkende gebouwen zoals de Lichttoren gebouwd zijn”, aldus Torunoglu.

Een andere stringente eis is dat er in bouwplannen in de binnenstad zeker 20 procent sociale woningbouw opgenomen wordt. ,,Want ik blijf het zeggen: de binnenstad is voor iedereen, niet alleen voor de rijke sjeiks. We willen ontwikkelaars en corporaties uitdagen. Nu zien we dat met deze eisen nieuwbouw in de binnenstad haalbaar is. Al kan niet elk plan op alle punten excelleren, maar het moet wel op alle eisen een voldoende scoren.”

Verder is dinsdagavond een Ontwikkelperspectief Centrum gepresenteerd. Daarin staat wat de gemeente moet doen om de bouw van maximaal 21.000 woningen binnen de Ring mogelijk te maken. Daarvan komen er maximaal 3700 in de binnenstad en 6500 rond de Fellenoord en het station. Meer is volgens de onderzoekers niet mogelijk, als er eisen gesteld worden aan vergroening, duurzaamheid en bereikbaarheid. Per bouwfase zal de stad veel maatregelen moeten treffen zoals de doorstroming op de binnenring en rondweg bevorderen, de binnenstad autoluw maken en vergroenen. Volgens de onderzoekers is een ding heel duidelijk: zonder autoluwe binnenstad zijn de genoemde woningbouwaantallen niet mogelijk, dat kan de stad niet aan met grote hoeveelheden auto’s. Zij stellen dat Eindhoven zich meer móet richten op fietsers, voetgangers en openbaar vervoer, anders is nieuwbouw op deze schaal onhaalbaar.

Artikel uit het Eindhovensdagblad van 2 september 2020

Vastgesteld bestemmingsplan VI De Bergen (Deken van Somerenstraat) en vaststelling hogere grenswaarden

De gemeenteraad van Eindhoven heeft op 16 juni 2020 het bestemmingsplan VI De Bergen (Deken van Somerenstraat) vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op realisatie van maximaal 242 gestapelde woningen en 1.850 m² aan commerciële functies op de begane grond. Bestaande bebouwing wordt deels getransformeerd. Daarnaast vindt nieuwbouw plaats. Het parkeren wordt ondergronds opgelost.

Ten noorden van plangebied wordt het plangebied begrensd door de Grote berg en de Deken van Somerenstraat die overgaat in de Don Boscostraat. Ten oosten wordt het plangebied begrenst door de basisschool De Trinoom en ten zuidoosten door het Sint-Catherina kerkhof. Ten zuiden wordt het plangebied begrenst door de Edenstraat, aan de zuidwest kant wordt het plangebied begrenst door de brandweerkazerne en het achterliggende complex met bijbehorende parkeerplaats van de Rungraaf.

Tevens hebben burgemeester en wethouders op 26 maart 2020 hogere waarden vastgesteld ten gevolge van het wegverkeer op de Edenstraat en Grote Berg voor het bouwplan Nieuw Bergen.

Uit onderzoek is gebleken dat de geluidbelasting voor nieuwe ontwikkelingen in dit gebied te hoog is. Volgens de Wet geluidhinder is het mogelijk om een besluit te nemen dat een hogere geluidbelasting  toestaat.

Inzage

Het besluit van de gemeenteraad, het bestemmingsplan en het besluit tot vaststelling van hogere waarden liggen met ingang van donderdag 25 juni 2020 tot en met donderdag 6 augustus 2020 ter inzage. U kunt deze inzien bij het Inwonersplein in het Stadhuis. Voor adres en openingstijden zie colofon.

Daarnaast kunt u het ontwerp van het bestemmingsplan bekijken op de landelijke website via de directe link: https://www.ruimtelijkeplannen.nl/?planidn=NL.IMRO.0772.80333-0301

. De bronbestanden kunt u vinden via: https://digitaleplannen.nl/0772/manifest.html

Beroep

Met ingang van vrijdag 26 juni 2020 tot en met donderdag 6 augustus 2020 kan beroep worden ingesteld tegen het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad en/of tegen het hogere waardenbesluit. Beroep kan worden ingesteld door:

  • een belanghebbende die op tijd een zienswijze op het eerdere ontwerpbestemmingsplan en/of het ontwerp- hogere waardenbesluit heeft ingediend;
  • een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest om een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan en/of het ontwerp-hogere waardenbesluit in te dienen.

Op het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is de Crisis- en Herstelwet van toepassing. Dit betekent dat u in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden u aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het beroep wordt niet ontvankelijk verklaard indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en Herstelwet van toepassing is.

Een beroepschrift kunt u indienen bij: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Voorlopige voorziening en inwerkingtreding

Een beroep heeft geen schorsende werking. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan en het hogere waardenbesluit treden in werking met ingang van 7 augustus 2020. Om dit te voorkomen kan degene die een beroepschrift heeft ingediend, verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Dit kan bij: de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

De voorzieningenrechter kan een voorlopige voorziening treffen wanneer sprake is van onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen. Als een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, wordt de inwerkingtreding van het vaststellingsbesluit uitgesteld totdat op het verzoek is beslist.

Strenge regels Eindhoven: ‘Nul windhinder bij hoogbouw is een utopie’

Eindhoven hanteert voortaan strenge regels om windhinder bij de bouw van nieuwe (woon)torens tegen te gaan. Dat moet van tevoren leiden tot aanpassingen aan de plannen. Maar toch is het onmogelijk om alle overlast door de wind tegen te gaan.

,,Het is een utopie om te denken dat je in Nederland een woontoren kunt bouwen zonder enige windhinder”, zegt Ralf Peeters van ontwikkelaar Amvest – die het plan met de drie hoge torens op het Stationsplein in Eindhoven ontwikkelt. Er zijn immers zoveel andere factoren die meewegen: duurzaamheid, schaduwwerking, stedenbouwkundige eisen, ontwerp. ,,Maar het is goed dat de gemeente Eindhoven eisen stelt; daardoor wordt er aan de voorkant onderzoek gedaan. Het is ook in het eigen belang van de ontwikkelaar om een goed windonderzoek te doen, zodat het ontwerp nog aangepast kan worden. Want je wil die ruimte daar wel goed kunnen verhuren. Bovendien heb je met het resultaat in handen ook een objectieve mogelijkheid om de discussie over hoogbouw te voeren”, aldus Peeters.

Amvest is een voorloper als het om windonderzoek gaat. Niet dat er in het verleden niets gebeurde, maar de ontwikkelaar heeft zich aan de strenge eisen uit de landelijke norm NEN8100 windhinder geconformeerd. Dat is ook wel logisch. In het plan District E zijn niet de drie torens van 170, 120 en 90 meter het belangrijkste. Het gaat juist om wat er op de begane grond gebeurt. Dat moet een dynamische toegang tot de stad worden. ,,Die ruimte moet een goed verblijfsklimaat hebben. Je moet er niet van je fiets of van het terras afgeblazen worden”, zegt Peeters. En dus zijn de torens verwisseld: de hoogste staat nu aan het spoor. Ook zijn de brede ‘voeten’ nog wat uitgerekt en de hoeken afgerond.

Maar wettelijke regels om windhinder te voorkomen zijn er niet. Al moet ook een woontorenplan aan het predicaat ‘goede ruimtelijke ordening’ voldoen, en dus wordt er naar windhinder gekeken. Een verplichting die ook al in de hoogbouwvisie uit 2008 stond. Maar met een groot aantal woontorens in aankomst, werd het volgens Jos Roijmans, programmamanager Spoorzone, tijd om de normen verplicht op te leggen. ,,Tijdens hoogbouwdiscussies gaat het steeds over schaduw en wind door woontorens. Voor het publiek is dat een belangrijk onderwerp”, voegt Jeroen van de Werf, milieuadviseur wind van de gemeente, daar aan toe. ,,Zo’n onderzoek maakt nu dus direct, vooraf, inzichtelijk hoe het ervoor staat met de windhinder.”

De gemeente Eindhoven heeft nu zelf voorgeschreven dat de NEN8100-norm gaat gelden. Die regels houden in dat er maximale percentages van overschrijdingen van de windsnelheid van 5 meter per seconde aan de voet van een toren worden toegestaan. Eindhoven wil bijvoorbeeld dat op een terrasje of in een winkelstraatje de kwalificatie ‘goed’ voor windklimaat wordt gehaald. Die NEN-norm wordt ook voorgeschreven in het mekka van hoogbouw, Rotterdam.

Slecht voorbeeld van wat er gebeurt zonder goed onderzoek, is de Admirant, de 105 meter hoge woontoren aan de Nieuwe Emmasingel. Amvest bouwde die toren en verkocht hem weer. Het was een ‘doemscenario’ qua windhinder. Want als snel bleek de Nieuwe Emmasingel veranderd in een trekpijp waar het winkelend publiek omvergeblazen werd.

Om het bij District E beter te doen heeft Amvest wel 18 verschillende varianten gemaakt en door laten rekenen, zegt Peeters erover. Dat is begonnen met computersimulaties en nog getest in de windtunnel, beide bij hoogleraar Bert Blocken aan de TU/e.

Om het onderzoek goed te doen, moeten veel gegevens ingevoerd worden. Hoe ziet het landschap eruit waarover de wind doorgaans het te onderzoeken object bereikt? Is dat stad, platteland, bos of zee? ,,Dat bepaalt hoe hard waait het op welke hoogte”, zegt Blocken. En in hoeverre worden de gebouwen in de omgeving meegenomen in het onderzoek? Op de TU/e rekenen ze met een cirkel van 600 tot 1000 meter. ,,In ieder geval is het duidelijk dat gebouwen invloed hebben op elkaar. Dat kan dempen, als een hoog gebouw voor een ander staat, of juist versterken, zoals bij de Regent en de Admirant in Eindhoven”, aldus de Belg.

Wind die op een toren stuit, kan naar boven, naar links of rechts en naar beneden, doceert Blocken. Die valwinden zorgen voor de meeste overlast, op de plek waar ze op de straat botsen. Bij de Admirant bijvoorbeeld bleven daar een soort wervelvinden hangen. En ze trokken de hoek om, de Nieuwe Emmasingel in. En dus is er later grote luifel opgehangen. Toch is het daar niet helemaal opgelost, erkent Blocken. ,,Maar ze hebben ook niet alle maatregelen die wij voorstelden uitgevoerd. Tegen de noordoostenwind had er nog een kleinere luifel moeten komen.”

Als de Admirant vooraf was getoetst op de NEN-norm, dan waren de hoeken afgerond met een meer gestroomlijnde toren tot gevolg. Dan was het verder niet zo’n solitaire toren geworden, zeggen alle gesprekspartners. Maar ook duidelijk is dat niet alle overlast voorkomen kan worden. De normen geven dat ook aan. ,,Hinder kun je nooit uitsluiten, dat is intrinsiek aan het weer”, zegt Blocken. ,,Hoe goed je een toren ook ontwikkelt. Er zijn natuurlijk altijd dagen waarop het harder waait, of uit een andere windrichting. Meer dan 95 procent tevredenheid kun je niet halen. Vroeger waren we misschien sneller tevreden, maar nu wordt er hard op getoetst. Dat vraag creativiteit, maar daar wordt iedereen ook beter van”, aldus Blocken.

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 23 juni 2020

Wethouder Torunoglu: ‘Eindhoven heeft wel voldoende bouwlocaties voor woningbouw’

Eindhoven heeft wel genoeg bouwlocaties om de komende jaren de gewenste woningen te bouwen, in de sociale huur en andere sectoren. Achter de schermen wordt gewerkt aan een inventarisatie van alle mogelijke bouwterreinen, zegt wethouder Yasin Torunoglu.

In de prestatieafspraken van gemeente en woningcorporaties staat wel dat er nog geen vastgestelde locaties zijn voor de hoognodige woningen. ,,We hebben nu samen vastgesteld hoeveel woningen er nodig zijn. Dit en volgend jaar gaan we hard maken waar ze landen. Die lijst gaat nu nog niet naar buiten. Als je wil dat de buurtbewoners nog iets te zeggen hebben, kun je die niet publiceren”, aldus wethouder Torunoglu.

De vier corporaties zouden tot en met 2024 zo’n 5000 sociale huurwoningen moeten bouwen. ,,Maar daarnaast gaat het natuurlijk ook om goedkope koop, middeldure huur en dure woningen, want we willen een inclusieve stad zijn.” En die komen niet alleen in Eindhoven, in de binnenstad én in de wijken, maar ook in de omliggende gemeenten, zoals in Nuenen-West, aldus Torunoglu.

Achter de schermen wordt ook gewerkt aan de bouw van tijdelijke woningen aan de Castilliëlaan. Het is een van de projecten waarvoor Eindhoven een aanvraag zal doen uit de woningbouwimpuls-gelden, een pot van één miljard van rijk.

Extra bouwen aan de groene rand van de stad(sregio) is voorlopig niet aan de orde, aldus Torunoglu. ,,We hebben voldoende plek in de bestaande stad. Daarom willen we geen groen opofferen voor woningbouw. Maar bouwen in de stad duurt wel langer, ook al proberen we dat te versnellen.”

Onder meer omdat bouwen in de stad ingewikkeld is en extra tijd kost. Dat bleek ook uit de drie bouwplannen die deze week door de gemeenteraad werden vastgesteld: Deken Van Somerenstraat (242 woningen), Heilige Geeststraat (54) en zelfbouwproject CPO Philipsdorp (13). Bij de twee kleinere projecten zijn het de buren die hun belangen geschaad zien door de nieuwbouw: parkeerdruk, schaduwwerking, verlies aan privacy, dat soort zaken. In Philipsdorp wil Torunoglu zelfs nog proberen of zijn persoonlijke inzet helpt om de partijen dichter bij elkaar te brengen.

De wethouder realiseert zich dat de belangen van zittende bewoners en het algemeen belang om zoveel mogelijk te bouwen om de woningnood op te lossen, steeds vaker zullen botsen. ,,Dat is de grote opgave: hoe kunnen we nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken én recht doen aan alle belangen. En uiteindelijk is het dan aan de gemeenteraad om de belangenafweging te maken.”

Het project Deken Van Somerenstraat is volgens hem een ‘inspirerend en gaaf’ voorbeeld van hoe ontwikkelaar SDK Vastgoed van begin af aan de omwonenden erbij heeft betrokken. De bezwaren gingen dan ook vooral over het parkeren en de gevolgen voor de Edenstraat. Binnenkort presenteert Torunoglu een model waaruit blijkt welke impact meer bouwen heeft, op het verkeer, maar ook op de energievoorziening, riolering, waterbeheer, en dergelijke.

Artikel uit het ED van 18 juni 2020