Discussie over 160 meter hoge woontorens in Eindhoven volgt later

De hoogte van 160 meter voor woontorens aan het Stadhuisplein in Eindhoven komt later nog ter discussie, als voor dat gebied een aparte visie wordt opgesteld. Het ontwerp en de kwaliteit van de omgeving zijn belangrijker. Dat zei wethouder Yasin Torunoglu gisteravond in de Eindhovense gemeenteraad.

Die behandelde drie grote nota’s over woningbouw. Eind dit jaar volgen de definitieve voorstellen. Zoals voor de Verdichtingsvisie die op acht locaties in de binnenstad woontorens tot 160 meter (op het Stadhuisplein) mogelijk maakt. Maar wel onder voorwaarde dat er voldoende groen bijkomt, terwijl de binnenstad autoluw gemaakt wordt, zoals het Ontwikkelperspectief voorschrijft. Volgens het Woonprogramma moeten er in het centrum voldoende middeldure huur- en goedkope koopwoningen én 20 procent sociale woningbouw gebouwd worden. Voor de hele stad geldt zelfs een percentage van 30 procent sociale huur.

Torunoglu kreeg vooral weerwoord van twee kritische coalitiepartijen. Het CDA stelde de 160 meter hoge gebouwen (XXL) in het gebied rond het Stadhuis aan de kaak. ,,Dat wijkt veel te veel af van de bestaande bebouwing en dient geen enkel doel”, aldus Rob Gordon. Verder eiste het CDA-raadslid met VVD-collega Tom Meijlink dat er geen grote bouwplannen uitgevoerd worden voordat de randvoorwaarden zoals de bereikbaarheid en de vergroening gerealiseerd zijn.

Die zorgen probeerde wethouder Monique List (VVD) weg te nemen door te stellen dat de bouw van duizenden woningen alleen maar hand in hand kan gaan met maatregelen om de bereikbaarheid van de binnenstad te handhaven. ,,Al moet ik ook zeggen dat er geen ruimte is om straks iedereen die in de binnenstad gaat wonen ook een parkeerplaats voor de auto te geven.”

Zij wees op plannen voor ongelijkvloerse kruisingen op de Ring en de vergroting van het station, maar ook op onderzoek naar nieuw asfalt ten noordoosten van de stad. Het woord viel niet, maar daarmee bedoelt ze een vorm van de Ruit die verkeer om de stad heen moet leiden. Volgens Meijlink kan de binnenstad niet ontzien worden zonder die omleiding.

De twee coalitiegenoten vroegen bovendien meer aandacht voor middeldure huur- en koopwoningen. Het CDA wil het percentage sociale woningbouw in de hele stad verlagen naar 25 procent, terwijl de VVD zelfs niet verder wil gaan dan 20 procent sociale woningbouw. ,,Dat is de afspraak uit het coalitieakkoord”, aldus Meijlink.

Wethouder Torunoglu benadrukte dat het ging om een ‘stip op de horizon’ die nodig is om de stad betaalbaar te houden voor grote groepen woningzoekenden. ,,Maar afspraak is afspraak”, voegde Meijlink daar nog aan toe.

Wethouder Rik Thijs (GroenLinks) tenslotte komt volgend jaar met een groenplan voor de binnenstad. Daarmee stelde hij vooral raadsleden gerust, zoals Bart Habraken van zijn eigen partij, die vrezen dat het centrum het met wat pleintjes en vooral met groen op daken en aan gevels moet doen. ,,Nee, we gaan niet allemaal postzegels groen inrichten maar zorgen voor één groen raamwerk”, aldus Thijs.

Verschillende partijen maakten zich ook zorgen over de kwaliteit van ‘betaalbare woningen’ die op de dure locaties in de binnenstad gebouwd kunnen worden. “Sociale huurwoningen in de binnenstad, dat mogen geen hutjes van een paar vierkante meter worden. Dat kun je mensen niet aandoen”, aldus Geert Geerts (Leefbaar Eindhoven).

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 30 september 2020