Voor of tegen hoogbouw in Eindhoven? Ook een kwestie van geloof

Dinsdag is de inspraakavond van de gemeenteraad Eindhoven over de Verdichtingsvisie voor de binnenstad. Twee groeperingen komen hier alvast aan het woord: de erfgoedstichtingen die zich zeer kritisch uitlieten over hoogbouw en EHV XL dat juist groot voorstander is van meer, hogere gebouwen.

Om te beginnen moet gezegd worden dat de Henri van Abbestichting en de stichting Wederopbouw Eindhoven niet tegen elke hoogbouw zijn. Mits op de goed plek, met respect voor de cultuurhistorie en voorzien van het nodige groen. Op verschillende plekken levert dat geen probleem op, zoals op het Stationsplein, bij de voormalige V&D aan de Rechtstraat of aan de binnenring; ,,Wij zien daar ook wel mogelijkheden om landmarks op te richten, vooral ook omdat er al een en ander staat, zoals de Regent en de Admirant”, zegt Hans van Voorene van de Van Abbestichting.

Maar de ideeën voor het Stadhuisplein gaan de twee erfgoedwaakhonden echt veel te ver. De mogelijkheid om daar torens tot 160 meter hoogte te bouwen doet afbreuk aan de cultuurhistorische waarde van bijvoorbeeld het Stadhuis, zegt bestuurslid Wim Holdrinet van de Wederopbouwstichting. ,,Het Stadhuis wordt dan wel niet gesloopt, maar als je dat wederopbouwpand omringt door extreem afwijkende panden, verliest het ook zijn waarde, dan behandel je het niet met respect.”

Het plan voor het plein noemt de organisatie in een brief aan de gemeenteraad ‘een vergissing’ in de orde van grootte van het Cityplan van Van den Broek en Bakema uit de jaren 70 waarvoor onder andere het oude gemeentehuis aan de Rechtestraat gesloopt werd. ,,Natuurlijk, veel mensen vinden het een lelijk plein, met een eenzijdige kantoorfunctie van de gebouwen, waardoor het nooit leuk wordt. Maar wij bekijken het vanuit de kwaliteiten van de wederopbouw, de ruimte. En de problemen zij ook anders op te lossen, bijvoorbeeld met woontorens tot maximaal 75 meter, in zekere harmonie met de rest van het plein”, aldus Holdrinet. De stichting pleit dan ook voor een betere bescherming van de huidige bebouwing via een nieuw bestemmingsplan.

De oplossing van supervisor binnenstad Winy Maas is om op een Eindhovense laag van vier tot zes verdiepingen de torens te bouwen, waardoor die beter aansluiten bij de omgeving. Maar ook dat stuit op verzet. ,,Tenminste als de torens zo extreem zijn, met van die spektakelarchitectuur er bovenop. Dan zijn de verschillen veel te groot, alsof ze van verschillende planeten zijn, dan dreigt het Stadhuisplein zijn unieke monumentale karakter te verliezen.”

De Van Abbestichting gaat minder ver in zijn kritiek op de ontwikkelingen op het Stadhuisplein, maar is ook niet voor de torens van 160 meter. Wel tevreden is Van Voorene met de erfgoedparagraaf uit de verdichtingsvisie: ,,Daar staat toch echt dat erfgoed bewaard moet worden, zodat de historie van de stad afleesbaar blijft”, aldus Van Voorene. ,,Maar in het stuk ontbreken de instrumenten om de bestaande erfgoedgebouwen te bewaren. Het is makkelijk om ambities aan het papier toe te vertrouwen, maar je moet er wel iets aan doen. Misschien moet je daar ook Brainportgeld voor gebruiken.”

Ook willen de stichtingen dat de gemeente snel gaat investeren in grote infrastructurele werken om de binnenstad autoluw én groen te maken. ,,Want uit het Ontwikkelperspectief Centrum blijkt dat de binnenstad al die woningbouw nu niet aankan. Nu alleen focussen op bouwen, bouwen, bouwen is te weinig. Het college moet snel in groen en infrastructuur investeren, anders gaat dat niet goed. Daar hebben we grote zorgen over”, aldus Van Voorene.

En als laatste: hoogbouw is duur en moeilijk, nieuwbouw buiten de Ring ligt meer voor de hand, het is een bekend kritiekpunt. Wethouder Yasin Torunoglu heeft gezegd dat daar zeker aandacht voor is, bijvoorbeeld in gebiedsvisies die hij laat schrijven. ,,Maar dan moet je daar ook beleid op maken. Nu worden nog te veel kansen gemist, bijvoorbeeld op het terrein van de Tivolikerk aan de Heezerweg en de Vijf van Vorst aan de Dr. Cuyperslaan. Daar komen vooral eengezinswoningen, terwijl er veel meer mogelijk was geweest.”

160 meter hoeft voor EHV XL, voorstanders van hoogbouw in Eindhoven, geen maximum te zijn. ,,Laat die grens los, stel geen maximum, laat een ontwikkelaar en architect de vrijheid om een plan te maken en kijk waar ze uitkomen, qua ontwerp en volume. Misschien volstaat 120 meter, maar 220 meter kan ook. Why not? Als het plan maar goed is.” Dat zegt Sebastian Bakker van EHV XL in reactie op de Verdichtingsvisie over hoogbouw in de Eindhovense binnenstad.

EHV XL vindt hoogbouw ‘noodzakelijk’ om voldoende woningen voor de toekomst te kunnen bouwen. Maar het kan ook een verrijking zijn voor de stad, mits goed ingepast, met voldoende groen en met betaalbare woningen. Dan kan een maximum van 75 meter (L in de visie) ook een ontwikkeling in de weg staan.

De groep gelooft dat hoogbouw en leefbaarheid wel degelijk goed samen kunnen gaan. ,,Wij zijn daar niet pessimistisch over, zoals de tegenstanders van hoogbouw. Het kan ook leefbaar zij, kijk naar de toren van Space-S op Strijp-S. Daar waren de toekomstige huurders van het begin bij betrokken, ze hebben er een gemeenschap gevormd die ik in mijn flat van vijf lagen niet zie. In ieder geval staan wij open voor hoogbouw”, aldus Rutger Rauws van EHV XL. Maar dan moet in het beleid van de gemeente wel gewaarborgd worden dat de plinten leefbaar zijn, het groen onderhouden wordt, bijvoorbeeld.

En waar de erfgoedstichtingen de plannen voor het Stadhuisplein veel te ver vinden gaan, zijn de heren van EHV XL juist tevreden over deze hoogbouwtorens. ,,Daar verschillen we wezenlijk van inzicht. Het Stadshuisplein is de enige plek, naast het Stationsplein, waar 160 meter is toegestaan. En laten we wel wezen, wat er nu staat, daar ga je geen ansichtkaart van kopen. Hoe hoog het wordt, is minder interessant dan wat er gaat komen. Het contrast tussen de Eindhovense laag (vier tot zes verdiepingen – red) en de woontoren er bovenop vinden wij juist een versterking van het plein. Wij zeggen ook niet ‘sloop alles maar’, dat gebeurt ook niet. Deze plannen zijn niet te vergelijken met het Cityplan van Broek en Bakema uit de jaren zeventig.” Dat contrast past juist bij Eindhoven, zeggen Bakker en Rauws. ,,Kijk naar de glazen toren Hartje Eindhoven naast Philipsdorp. Zo’n nieuw icoon naast de laagbouw, dat versterkt juist de identiteit van de stad.”

De groep waarin voorstanders van hoogbouw zijn verenigd, wil graag ‘het andere geluid’ laten horen, zegt Rauws. ,,Vaak wordt de discussie gevoerd vanuit het gevoel. Lees het stuk, er worden bijvoorbeeld strakke normen gesteld voor overlast door wind. Maar dat is gewoon een associatie die veel mensen hebben bij hoogbouw door de fouten uit het verleden”, aldus Bakker.

“We hebben niks tegen de erfgoedstichtingen, maar er zijn ook andere meningen”, vult Rauws aan. ,,Net zoals we naast de omwonenden, bijvoorbeeld van het Stadhuis, ook de toekomstige bewoners van de stad aan het woord zouden moeten laten, de middelbare scholieren bijvoorbeeld. Want de huidige bewoners zijn over een aantal jaar weg en dan moeten de jongeren juist een huis hebben”, aldus Bakker. ,,Veel jongeren willen juist graag in de stad wonen, in hoogbouw. Dat gaat tot een omslag leiden van rijtjeshuizen naar gestapelde woningen. Nu is dat slechts 20 procent van het totaal. Langzaamaan zullen we groeien naar het Europese gemiddelde van 46 procent”, denkt Rauws.

Artikel uit het Eindhovens Dagblad van 22 september 2020