Niet iedere bewoner van de binnenstad van Eindhoven kan straks nog beschikken over een eigen parkeerplaats voor de auto. Dat is onmogelijk gezien de grootschalige bouwplannen, maar het is ook niet nodig, want veel nieuwkomers kiezen voor een andere vorm van mobiliteit.
En als er al een plek voor de auto is, dan ligt die wellicht enkele honderden meters ver weg van de woning en is ie ook niet gratis. Dat blijkt uit de nieuwe Parkeernormen 2019 van de gemeente Eindhoven. Ontwikkelaars die willen bouwen binnen de rondweg krijgen van de gemeente voortaan de opdracht mee om zo min mogelijk parkeerplaatsen aan te leggen. Dat bespaart ruimte voor bijvoorbeeld vergroening van de stad én trekt minder verkeer aan. ,,Want als we voor iedere bewoner in de binnenstad een eigen parkeerplaats en een auto willen, dan loopt alles vast. Dat kunnen we niet meer voor 100 procent garanderen.”
Dat zeggen de wethouder Yasin Torunoglu (bouwen en wonen, PvdA) en Monique List (verkeer, VVD) in een toelichting op de nieuwe verlaagde parkeernormen voor nieuwbouwprojecten. ,,Als we dat niet doen, wordt verdichting van de binnenstad onmogelijk. Dan dan jagen we de projectontwikkelaar onnodig op kosten, want dan moet die misschien wel drie verdiepingen de grond in. Ook kost parkeren vaak te veel ruimte die we voor vergroening kunnen gebruiken. Dan komt de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de economische groei in het geding”, aldus Torunoglu.
Collega List benadrukt dat de ervaring bij projecten als Philips Lighting en Hartje Eindhoven leert dat een groot deel van de aangelegde parkeerplaatsen leeg blijft. ,,Omdat bewoners lang niet allemaal meer een auto hebben maar voor andere oplossingen kiezen.” En de bezoekers dan? Volgens List blijft parkeren in de binnenstad mogelijk, maar Torunoglu voegt wel toe dat ‘je in daar de trein en de bus voor de deur hebt’. Bezoekers en bewoners van nieuwbouwplannen krijgen voortaan geen vergunning meer in betaald parkeren-zones en dus zullen ze vaker betaald moeten parkeren.
Vermindering van het aantal parkeerplaatsen wordt bereikt door bij de berekening van het aantal benodigde plekken voor een project de landelijk gehanteerde minimum norm per woning te gebruiken. Daarop wordt bovendien korting gegeven, bijvoorbeeld als het plan binnen 800 meter van het station ligt (50 procent aftrek) of 400 meter van een HOV-lijn (25 procent minder parkeerplaatsen). Wie een deelauto plaatst voor de bewoners mag nog eens zo’n tien plaatsen schrappen. Ook andere alternatieven kunnen tot korting leiden. Dat moet wel bewezen worden in een mobiliteitsplan voor het project. Maatwerk – bijvoorbeeld voor grotere woningen binnen de Ring – blijft wel mogelijk.
Bovendien kan een deel van de nodige parkeerplaatsen in een gehuurde garage bij de buren gerealiseerd worden. Daarnaast mogen ook maximaal tien openbare parkeerplaatsen meegeteld worden. Maar alleen als uit een onafhankelijk parkeeronderzoek blijkt dat daarmee de druk op de buurt niet te groot wordt.
Als er dan nog onvoldoende parkeerplaatsen zijn, dan moet de rest op eigen terrein aangelegd worden. Nieuw is dat ontwikkelaars daar ook nog een deel van mogen afkopen. Bijvoorbeeld à 1000 euro in de binnenstad en 2500 euro binnen de Ring, te storten in een nieuw Mobiliteitsfonds. ,,Uit dat fonds kan de gemeente bijvoorbeeld smart hubs aanleggen, kleine parkeerplaatsen waar je kunt overstappen op de bus, een e-bike of een deelstep als die wordt toegelaten. Of de parkeerplaats van WoensXL ombouwen tot Park & Ride”, zegt wethouder List.
Artikel uit het ED van 8 november 2019